Ton Rombouts
- Geboren in 1951
- Nederlands recht, Katholieke Universiteit Nijmegen, 1976
- PhD Bestuurskunde, Universiteit Twente, 1986
- Strategie, Innovatie en Governance, Tias-Nimbas, Business School, Tilburg University, 2012
- Innovations in Governance, Harvard Kennedy School, Boston USA, 2012
- Lid Eerste Kamer der Staten-Generaal, 2015 – heden
- Burgemeester van ’s-Hertogenbosch, 1996 – 2017
- Directeur IPO (Interprovinciaal Overleg), 1992 – 1996
- Burgemeester van Boxtel, 1989 – 1992
- Burgemeester van Wouw, 1979 – 1989
- Wetenschappelijk medewerker CDA-Tweede Kamerfractie en Wetenschappelijk Instituut, 1976 – 1979
“Ik ben het bestuur en de directie van de VNG dankbaar, dat zij mij bij mijn afscheid als burgemeester van ’s-Hertogenbosch het voorzitterschap van de Stichting voor Noodhulp, Wederopbouw en Vredesbevordering aangeboden hebben. Ik ben een gemeenteman in hart en nieren. Een bestuurder begaan met het lot van kwetsbaren. Dichtbij en veraf. Bijzondere interesse gaat uit naar lokale bestuurders die in situaties van oorlog en conflict het verschil weten te maken. Door een speciaal hiervoor ingestelde prijs wordt driejaarlijks respect betoond aan deze moedige bestuurders. In november 2019 werd de UCLG Peace Price in Durban (Zuid-Afrika) tijdens het Wereld Congres voor Lokale Overheden voor de tweede keer uitgereikt. Daar hoorde ik: “Nations are as weak or powerful as the stories they tell to themselves and to others.” Dit citaat heeft nog maanden lang met enige regelmaat in mijn hoofd geresoneerd. Wat zou de schrijver toch precies bedoeld hebben? Nu weten wij dat mensen elkaar graag verhalen vertellen. Mensen luisteren graag naar verhalen. Vertellen ook graag verhalen door. Maar soms worden verhalen juist verzwegen, omdat deze te pijnlijk of te beschamend zijn. Dit heeft de aangehaalde schrijver waarschijnlijk bedoeld. “Welke verhalen durven mensen aan elkaar en aan anderen te vertellen en welke niet?”
In Durban mochten vijf genomineerde steden hun verhaal vertellen. Het waren stuk-voor-stuk verhalen waar ik kippenvel van kreeg. Verhalen uit Colombia, Irak en Libanon. Verhalen van moedige lokale bestuurders, die vrede probeerden te bewerkstelligen. Verhalen over het bestrijden van gewapende bendes die steden terroriseerden, over de strijd tegen drugsmaffia’s en het opvangen van gigantische hoeveelheden vluchtelingen. Verhalen die de moeite van het doorvertellen meer dan waard zijn. “Nations are as weak or powerful as the stories they tell to themselves and to others.” Door deze tot nadenken stemmende zin ben ik mij nog beter gaan inzien, hoe belangrijk het is om verhalen te blijven vertellen. De keuze van mensen om dit wel of niet te doen, zegt veel over wie wij zijn of wie wij willen zijn. Was het niet de Spaanse schrijver en filosoof Santayana die ons al in 1905 voorhield: “Wie de geschiedenis niet kent, is gedoemd deze te herhalen.”
De verhalen verteld in Durban, maar ook die in Bogota tijdens de eerste editie van de uitreiking van de Peace Price in 2016 raken onze emotie, omdat wij ons kunnen inleven in de hoofdpersonen, of in degenen die zij met hun keuzes beïnvloedden. De verhalen zijn lessen in moreel handelen. Ze leren ons dat wij altijd een keuze hebben. Sommige verhalen geven een ongemakkelijk gevoel. Toch moeten we ook deze blijven vertellen, hoe pijnlijk die ook zijn, want wij mogen niet wegkijken als het moeilijk wordt. De verhalen vormen een inspiratie voor keuzes die anno nu – denk aan de oorlog in Oekraïne — moeten worden gemaakt. Huidige en toekomstige generaties worden erdoor gestimuleerd op te staan tegen groot en klein onrecht. Van mondig naar moedig. Eén letter anders, maar een wereld van verschil.”